Zintuiglijke beperking: verschil tussen versies

Uit WIKIvarium
Naar navigatie springenNaar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1: Regel 1:
Iemand heeft een zintuigelijke beperking wanneer één of meerdere zintuigen niet of beperkt functioneren. In de meeste gevallen gaat het om een visuele of auditieve beperking. Maar ook spraakbeperkingen en sensitieve beperkingen behoren tot deze groep.
Iemand heeft een zintuigelijke [[beperking]] wanneer één of meerdere zintuigen niet of beperkt functioneren. In de meeste gevallen gaat het om een visuele of auditieve beperking. Maar ook spraakbeperkingen en sensitieve beperkingen behoren tot deze groep.


== Kenmerken ==
== Kenmerken ==

Versie van 12 mrt 2010 11:48

Iemand heeft een zintuigelijke beperking wanneer één of meerdere zintuigen niet of beperkt functioneren. In de meeste gevallen gaat het om een visuele of auditieve beperking. Maar ook spraakbeperkingen en sensitieve beperkingen behoren tot deze groep.

Kenmerken

Blindenbhv.jpeg

Mensen met een visuele of auditieve beperking nemen bepaalde signalen niet goed waar. Hierdoor kunnen zij moeite hebben met het inschatten van gevaar en het kiezen van een vluchtroute. Tijdens een calamiteit gaat alles vaak heel snel. Door drukte en paniek kunnen er evenwichtsstoornissen ontstaan bij iemand met een auditieve beperking. Ook is het door deze drukte extra moeilijk voor blinden en slechtzienden om zich te oriënteren, omdat zij niet graag een vertrouwde omgeving verlaten (zeker niet zonder taststok of geleidehond) is het voor iemand met een visuele beperking extra moeilijk om de juiste keuze te maken tijdens een calamiteit.

Mensen met een spraakbeperking kunnen tijdens een calamiteit extra moeite hebben met alarmeren en hulp vragen. Door veel omgevingsgeluiden en tijdsdruk is het noodzakelijk maar moeilijk om snel te kunnen alarmeren.

Informatie over calamiteiten, voorbereidingen en evacuatie

Het is belangrijk om informatie over calamiteiten, voorbereidingen en evacuatie op televisie uit te zenden met gebarentaal. Zo is het voor mensen met een auditieve beperking toch te begrijpen.

Wanneer informatie over calamiteiten, voorbereidingen en evacuatie schriftelijk wordt gegeven is het noodzakelijk om dit naar mensen met een visuele beperking in braille te versturen.

Tips en aanbevelingen

Blindegeleidehond.jpeg

Een aantal blinden en slechtzienden maakt gebruik van een blindengeleide hond. Leidt deze hond niet af door hem te aaien of aan te spreken. Afleiding brengt een extra veiligheidsrisico met zich mee aangezien de blinde/slechtziende vertrouwd op zijn hond. Er is ook een grote groep blinden en slechtzienden die gebruik maken van een taststok. Let er op of de persoon bekend is in de omgeving waarin hij zich bevindt. Is dit zo dan kan hij zich over het algemeen goed oriënteren. Voor blinden en slechtzienden geldt dat wanneer zij in een vreemde omgeving zijn, oriëntatie bijna onmogelijk is.

Dove en slechthorende mensen zijn niet herkenbaar aan hun uiterlijk. Zij reageren niet op geluid en het aanroepen van de persoon. Zorg als hulpverlener dat je gezien wordt zodat er op deze manier contact is. Vaak geven mensen die doof zijn aan dat zij niet kunnen horen door een kaartje te laten zien met het doven-teken.

Wanneer u een zintuigelijke beperking heeft:

  • Vraag omstanders om informatie en/of hulp.
  • Neem bij evacuatie uw mobieltje en geleidestok mee.
  • Reist u met openbaar vervoer? Loop in geval van nood met de stroom mee en vraag een medepassagier of u kunt inhaken.
  • Uw geleidehond kan bij een ramp in de war of gedesoriënteerd raken. Denk ook aan een voorraad voedsel en water voor uw huisdier.

Wanneer u een auditieve beperking heeft:

  • Zorg voor een voorraad batterijen voor uw hoortoestel
  • Informeer bekenden over hoe zij kunnen helpen in noodsituaties
  • Houd e-mail, sms, lichtkranten, pushmail, televisie (teletekst) of internet in de gaten
  • Maak uw beperking bij een ramp snel kenbaar
  • Probeer zoveel als mogelijk informatie in te winnen op straat
  • Ga mee met de stroom mensen

Ervaringen

Jan Poot: “De wereld is een ziende wereld”


“Thuis weet ik de in- en uitgangen te vinden. Er hangt een rookmelder, maar verder is het huis niet extra aangepast. Mij mankeert niets, behalve mijn ogen. Ik ben mobiel en niet afhankelijk van de lift. Als ik met het openbaar vervoer reis, loop ik in geval van nood met de stroom mee. Soms haak ik in bij een medepassagier.

Breekt er brand uit dan wordt het lastiger. Vlammen of blauw zwaailicht zie ik bijvoorbeeld niet. Deze eerste ‘zichtbare’ informatie mis ik dus al.

Familie en vrienden weten dat ik blind ben. Ze kennen mijn beperking. Als dat nodig is, kan ik een beroep op ze doen, ondanks dat ik dat nooit nadrukkelijk heb gevraagd. Ik betwijfel of de gemeente beschikt over een register voor minder zelfredzamen. Dat zou ik eens na moeten vragen. Toch vertrouw ik bij een ramp niet op de hulpdiensten. Ik zoek het dichter bij huis en verwacht hulp uit de nabije omgeving. Hulp van buren of vrienden.

Mensen herkennen doven en blinden in noodsituaties meestal niet als minder zelfredzaam. Zij vallen niet op in de massa. Ik probeer me daarom te onderscheiden. Met mijn geleidestok laat ik zien dat ik blind ben. Bij evacuatie neem ik zeker mijn mobieltje en geleidestok mee. Het mobieltje is mijn fysieke ondersteuning. Het zet tekst om in spraak. Zonder deze hulpmiddelen ga ik sowieso de deur niet uit.”


Stefan Russel: “Ik heb behoefte aan informatie via beelden en teksten”


“Mijn doofheid zie ik niet als beperking, maar als een manier van leven. Van jongs af aan kan ik niet horen. Gebarentaal is mijn eerste taal. Bij een ramp op straat herkent de menigte je niet als dove. Vergelijk het met een buitenlander die geen Nederlands spreekt. Het is belangrijk dove mensen vooraf duidelijk te maken wat ze moeten doen bij een ramp.

Bij een ramp probeer ik informatie in te winnen op straat of ga ik mee in de stroom mensen. Sirenes of omroepen hoor ik niet. Via e-mail, sms, lichtkranten, pushmail (telefoon met tekstscherm), televisie of internet zou ik graag willen weten wat er aan de hand is. Er zijn nu zo veel manieren om te communiceren.

Ik heb behoefte aan informatie via beelden en teksten. Aan de tekst: ‘Sluit deuren en ramen en zet de radio aan’, heb ik niets. Voeg je daar ‘zie teletekstpagina ..’ aan toe, dan is het compleet. Zeker als de spotjes op televisie ondertiteling krijgen.

Voor de zekerheid heb ik blikken voedsel en houdbare drank in huis. Bij een evacuatie neem ik alleen het hoognodige mee, zoals een tandenborstel en kleding. Ik draag geen hoortoestel, dus een voorraad batterijen heb ik niet nodig. Als er een ramp uitbreekt, dan verwacht ik weinig hulp van de mensen om me heen. In zo’n situatie stellen mensen hun eigen veiligheid en die van hun gezin voorop. Je moet je dus zelf kunnen redden.”