Beperking: verschil tussen versies

Uit WIKIvarium
Naar navigatie springenNaar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1: Regel 1:
==Beperkingen==  
==Beperkingen==  


Mensen met een beperking zijn over het algemeen genomen [[verminderde zelfredzaamheid|verminderd zelfredzaam]] in noodsituaties en bij een [[calamiteit]]. Veel mensen met een beperking leiden ondanks hun beperkingen een onafhankelijk en zelfstandig leven. Onder hen zijn mensen die niet in staat zijn om adequaat te reageren en te handelen bij calamiteiten.  
Mensen met een beperking zijn over het algemeen genomen [[verminderde zelfredzaamheid|verminderd zelfredzaam]] in noodsituaties en bij een [[calamiteit]]. Veel mensen met een beperking leiden ondanks hun beperkingen een onafhankelijk en zelfstandig leven. Onder hen zijn mensen die niet in staat zijn om passend te reageren en te handelen bij calamiteiten.  


Onderzoek in 2006 van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties heeft aangetoond dat ongeveer 20% van de Nederlandse bevolking valt onder de categorie van verminderde [[zelfredzaamheid]] en als gevolg van een incident zeer ernstige schade kan oplopen. Het belangrijkste feit is wel dat slechts een zeer klein deel van hiervan zich bevindt in reguliere instellingen (ongeveer 1%). Het overgrote deel woont ‘gewoon’ in wijken en buurten.
Onderzoek in 2006 van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties heeft aangetoond dat ongeveer 20% van de Nederlandse bevolking valt onder de categorie van verminderde [[zelfredzaamheid]] en als gevolg van een calamiteit zeer ernstige schade kan oplopen. Het belangrijkste feit is wel dat slechts een zeer klein deel hiervan zich bevindt in reguliere instellingen (ongeveer 1%). Het grootste deel woont ‘gewoon’ in wijken en buurten.
In de nabije toekomst zal de groep verminderd zelfredzame burgers ongeveer 25% van de Nederlandse bevolking beslaan. Deze stijging zal het gevolg zijn van:
In de nabije toekomst zal de groep verminderd zelfredzame burgers ongeveer 25% van de Nederlandse bevolking beslaan. Deze stijging zal het gevolg zijn van:
* (dubbele) vergrijzing;
* (dubbele) vergrijzing;
Regel 12: Regel 12:
==Typen beperkingen==
==Typen beperkingen==


De groep mensen met beperkingen is erg divers. Bovendien bestaat dé persoon met beperkingen niet; het gaat om gradaties (in mate van ernst) en ook om combinaties (een zelfde persoon kan meerdere typen beperkingen hebben) die elkaar onderling beïnvloeden.
De groep mensen met beperkingen is erg divers. Bovendien bestaat dé persoon met beperkingen niet; het gaat om niveaus (in mate van ernst) en ook om combinaties (een zelfde persoon kan meerdere typen beperkingen hebben) die elkaar beïnvloeden.
Hieronder volgt een opsomming van diverse typen beperkingen en hun kenmerken als het gaat om het handelen bij calamiteiten.
Hieronder volgt een opsomming van diverse soorten beperkingen en hun kenmerken als het gaat om het handelen bij calamiteiten.


'''Mensen met een [[verstandelijke beperking]] met een beperkte intelligentie of met een beperkt geheugen'''.
'''Mensen met een [[verstandelijke beperking]], met een beperkte intelligentie of met een beperkt geheugen'''
* Zij hebben behoefte aan structuur, overzicht en duidelijkheid.
* Zij hebben behoefte aan structuur, overzicht en duidelijkheid;
* Gevoelens van stress en angst kunnen hen in de war brengen.
* Gevoelens van stress en angst kunnen hen in de war brengen;
* Zij hebben meer moeite met lezen en het begrijpen van een tekst.
* Zij hebben meer moeite met lezen en het begrijpen van een tekst;
* Beelden zijn belangrijker dan woorden. Eenvoudige duidelijke tekens bereiken hen het beste. Net als korte, bondige teksten.  
* Beelden zijn belangrijker dan woorden. Eenvoudige duidelijke tekens bereiken hen het beste. Net als korte, duidelijke teksten.  


'''Mensen met dementie''' kunnen erg in de war raken in stress-situaties en grote druk op de verzorger, veelal mantelzorgers of begeleider leggen.
'''Mensen met dementie''' kunnen erg in de war raken in stress-situaties en grote druk op de verzorger (vaak mantelzorger) of begeleider leggen
* Kunnen signalen van gevaar vaak niet goed interpreteren;
* Kunnen signalen van gevaar vaak niet goed interpreteren;
* Kunnen (ernstig) in de war raken van gevoelens van stress en angst, waardoor zij niet adequaat kunnen reageren;
* Kunnen (ernstig) in de war raken van gevoelens van stress en angst, waardoor zij niet passend kunnen reageren;
* Iemand met geheugenproblemen zal grotere moeite hebben met het vinden van een oplossing of uitweg bij noodsituaties;
* Iemand met geheugenproblemen zal grotere moeite hebben met het vinden van een oplossing of uitweg bij noodsituaties.


'''Mensen met een [[psychische beperking]] en mensen die chronisch of tijdelijk last hebben van psychiatrische stoornissen'''.
'''Mensen met een [[psychische beperking]] en mensen die chronisch of tijdelijk last hebben van psychiatrische stoornissen'''  
* hebben problemen met interpreteren / het begrijpen van signalen;
* Hebben problemen met het interpreteren / begrijpen van signalen;
* reageren hierdoor niet adequaat op signalen.
* Reageren hierdoor niet passend op signalen.


'''Mensen met een [[conditionele beperking]] en mensen die onvoldoende energie hebben om bij een noodsituatie actie te ondernemen''' (vb: hart- en vaatziekten, chronische longziekte, obesitas).
'''Mensen met een [[conditionele beperking]] en mensen die onvoldoende energie hebben om bij een noodsituatie actie te ondernemen''' (vb: hart- en vaatziekten, chronische longziekte, obesitas)
* Zij hebben een beperkt uithoudingsvermogen en kunnen extra fysieke problemen ondervinden
* Hebben een beperkt uithoudingsvermogen en kunnen extra fysieke problemen ondervinden;
* Zij hebben problemen bij het handelen  
* Hebben problemen bij het handelen;
* Stress kan (ernstige) fysieke klachten geven.
* Stress kan (ernstige) fysieke klachten geven.


'''Mensen met een [[zintuiglijke beperking]]'''. De twee grootste groepen: visuele beperking en auditieve beperking. Anderen beperkingen zijn: spraakbeperking,  sensitieve beperking. Opmerking: mensen met een visuele beperking maken vaak gebruik van een blindengeleidehond of hulphond.
'''Mensen met een [[zintuiglijke beperking]]'''. De twee grootste groepen: visuele beperking en auditieve beperking. Anderen beperkingen zijn: spraakbeperking,  sensitieve beperking. Opmerking: mensen met een visuele beperking maken vaak gebruik van een blindengeleidehond of hulphond.
* visueel en auditief beperkten nemen signalen niet goed waar;
* Visueel en auditief beperkten nemen signalen niet goed waar;
* visueel beperkten kunnen moeilijker de vluchtroute bepalen;
* Visueel beperkten kunnen moeilijker de vluchtroute bepalen;
* doofheid kan gepaard gaan met evenwichtstoornissen waardoor ook problemen met handelen kunnen ontstaan;
* Doofheid kan gepaard gaan met evenwichtstoornissen waardoor ook problemen met handelen kunnen ontstaan;
* Door sterk veranderende omgevingsgeluiden kunnen blinden of slechtzienden zich moeilijk oriënteren;
* Door sterk veranderende omgevingsgeluiden kunnen blinden of slechtzienden zich moeilijk oriënteren;
* mensen met een visuele beperking verlaten niet graag de vertrouwde omgeving, zeker niet met een onbekende begeleider;
* Mensen met een visuele beperking verlaten niet graag de vertrouwde omgeving, zeker niet met een onbekende begeleider;
* mensen met een spraakbeperking hebben moeite met het alarmeren en om hulp vragen;
* Mensen met een spraakbeperking hebben moeite met alarm slaan en om hulp vragen;
* ook blindengeleide- of hulphonden kunnen in paniek raken, waardoor blinden en slechtzienden hulpeloos kunnen raken.
* Ook blindengeleide- of hulphonden kunnen in paniek raken, waardoor blinden en slechtzienden hulpeloos kunnen raken.


'''Mensen met een [[lichamelijke beperking]]'''. Twee groepen: beperkingen in bovenlichaam en beperkingen in onderlichaam
'''Mensen met een [[lichamelijke beperking]]'''. Twee groepen: beperkingen in bovenlichaam en beperkingen in onderlichaam.
* beperkingen in onderlichaam: hulp-middelen nodig om te kunnen vluchten en moeite met voortbewegen;
* Beperkingen bovenlichaam: onvoldoende motoriek of kracht om vlucht mogelijk te maken;
* beperkingen bovenlichaam: onvoldoende motoriek of kracht om vlucht mogelijk te maken.
* Beperkingen in onderlichaam: hulp-middelen nodig om te kunnen vluchten en moeite met voortbewegen.


'''Mensen met een [[sterk afwijkende lichaamslengte]]'''. Extreem lange mensen en extreem kleine mensen
'''Mensen met een [[sterk afwijkende lichaamslengte]]'''. Extreem lange mensen en extreem kleine mensen.
* kunnen vluchtproblemen hebben;
* Kunnen vluchtproblemen hebben;
* extreem lange mensen kunnen zich stoten;
* Extreem lange mensen kunnen zich stoten;
* opvang voor extreem lange mensen kan problemen opleveren
* Opvang voor extreem lange mensen kan problemen opleveren;
* extreem kleine mensen hebben moeite om het overzicht te verkrijgen en kunnen last van hun conditie hebben.  
* Extreem kleine mensen hebben moeite om het overzicht te verkrijgen en kunnen last van hun conditie hebben.  


'''[[Ouderen (65+)]]''' die vanwege hun leeftijd meerdere (kleine) beperkingen hebben als gevolg van de achteruitgang van fysieke, cognitieve en emotionele vaardigheden.
'''[[Ouderen (65+)]]''' die vanwege hun leeftijd meerdere (kleine) beperkingen hebben als gevolg van de achteruitgang van fysieke, cognitieve en emotionele vaardigheden
* signaleren een noodsituatie vaak later;
* Signaleren een noodsituatie vaak later;
* hebben meer tijd nodig om te handelen.
* Hebben meer tijd nodig om te handelen.


'''[[Kinderen (14 -)]]''' waarbij het gezichtsvermogen, oriëntatievermogen, coördinatievermogen, beoordelingsvermogen en reactievermogen nog in ontwikkeling is  
'''[[Kinderen (14 -)]]''' waarbij het gezichtsvermogen, oriëntatievermogen, coördinatievermogen, beoordelingsvermogen en reactievermogen nog in ontwikkeling is  
* zijn afhankelijk van sociale gedrag van anderen;
* Zijn afhankelijk van sociaal gedrag van anderen;
* zien niet direct gevaar en overzien geen consequenties;
* Zien niet direct gevaar en overzien geen consequenties;
* hebben begeleiding nodig tijdens een noodsituatie.
* Hebben begeleiding nodig tijdens een noodsituatie.


'''Mensen met een [[tijdelijke beperking]]'''. Bijvoorbeeld door revalidatie na ziekenhuisopname (ongeluk of operatie), kneuzingen, botbreuken enz.
'''Mensen met een [[tijdelijke beperking]]'''. Bijvoorbeeld door revalidatie na ziekenhuisopname (ongeluk of operatie), kneuzingen, botbreuken enz.
* hebben mobiliteitsproblemen
* Hebben mobiliteitsproblemen;
* zijn niet gewend aan beperking
* Zijn niet gewend aan beperking;
* hebben geen voorzieningen in huis die bij een noodsituatie ondersteunend kunnen zijn.
* Hebben geen voorzieningen in huis die bij een noodsituatie ondersteunend kunnen zijn.


'''Ongeletterden, [[Laaggeletterden en niet-Nederlandssprekenden]]'''.
'''Ongeletterden, [[Laaggeletterden en niet-Nederlandssprekenden]]'''
* Mensen met algemene leer- en gedragsproblemen, zoals concentratiestoornissen en een tekort aan discipline, of met specifieke lees- en schrijfproblemen, zoals taalzwakte en dyslexie;
* Mensen met algemene leer- en gedragsproblemen, zoals concentratiestoornissen en een tekort aan discipline, of met specifieke lees- en schrijfproblemen, zoals taalzwakte of dyslexie;
* Mensen die de Nederlandse taal niet machtig zijn;
* Mensen die de Nederlandse taal helemaal niet spreken of verstaan;
* Mensen met een taalachterstand omdat thuis uitsluitend een buitenlandse taal wordt gesproken;
* Mensen met een taalachterstand omdat thuis alleen een buitenlandse taal wordt gesproken;
* Mensen die opgroeien in een “taalarme” omgeving zonder boeken, kranten en tijdschriften en die niet gestimuleerd worden om te lezen en te schrijven;
* Mensen die opgroeien in een “taalarme” omgeving zonder boeken, kranten en tijdschriften en die niet gestimuleerd worden om te lezen en te schrijven;
* Mensen met groot schoolverzuim en weinig opleiding (bijvoorbeeld vanwege ziekte, lichamelijke handicap, spijbelen, voortijdig schoolverlaten of een reizend bestaan);
* Mensen met groot schoolverzuim en weinig opleiding (bijvoorbeeld vanwege ziekte, lichamelijke handicap, spijbelen, voortijdig schoolverlaten of een reizend bestaan);
* Mensen die op school onvoldoende aandacht en begeleiding kregen;
* Mensen die op school te weinig aandacht en begeleiding kregen;
* Mensen bij wie de vaardigheden zijn weggezakt.
* Mensen bij wie de vaardigheden zijn weggezakt;
* Mensen voor wie bestaande informatie over veiligheid bij noodsituaties en/of noodsituaties te moeilijk of niet leesbaar/begrijpbaar is.
* Mensen voor wie bestaande informatie over veiligheid bij noodsituaties en/of noodsituaties te moeilijk of niet leesbaar/begrijpbaar is.


Regel 90: Regel 90:
Tijdens een noodsituatie of calamiteit doorlopen we deze stappen voortdurend en nemen we steeds weer nieuwe beslissingen over hoe te handelen.  
Tijdens een noodsituatie of calamiteit doorlopen we deze stappen voortdurend en nemen we steeds weer nieuwe beslissingen over hoe te handelen.  


Mensen met een beperking ondervinden problemen bij een of meer stappen van deze cyclus. Zo kan iemand die doof of blind is, signalen niet (goed) waarnemen en hebben mensen met een [[psychische beperking]] of een [[verstandelijke beperking]] er moeite mee om de signalen te interpreteren. Mensen met een [[lichamelijke beperking]] worden vooral belemmerd in hun handelen; zij kunnen bijvoorbeeld geen alarm slaan of niet vluchten of anderen helpen. Doordat mensen met een beperking problemen ondervinden bij één of meer van deze stappen, lopen zij een verhoogd risico bij een calamiteit.
Mensen met een beperking ondervinden problemen bij een of meer van deze stappen. Zo kan iemand die doof of blind is, signalen niet (goed) waarnemen en hebben mensen met een [[psychische beperking]] of een [[verstandelijke beperking]] er moeite mee om de signalen te interpreteren. Mensen met een [[lichamelijke beperking]] worden vooral belemmerd in hun handelen; zij kunnen bijvoorbeeld geen alarm slaan of niet vluchten of anderen helpen. Doordat mensen met een beperking problemen hebben met één of meer van deze stappen, lopen zij een verhoogd risico bij een calamiteit.
De factor tijd speelt hierbij een essentiële rol. Afhankelijk van de beperking, kost het de persoon meer tijd om signalen te herkennen, om deze te interpreteren en/of om te handelen. Hierdoor brengt zelfs een relatief kleine calamiteit voor iemand met een beperking een verhoogd risico met zich mee.
De factor tijd speelt hierbij een belangrijke rol. Afhankelijk van de beperking, kost het de persoon meer tijd om signalen te herkennen, om deze te interpreteren en/of om te handelen. Hierdoor brengt zelfs een relatief kleine calamiteit voor iemand met een beperking een verhoogd risico met zich mee.


==Voorbereiding==
==Voorbereiding==


Een goede voorbereiding kan van levensbelang zijn. Zeker wanneer u zichzelf in het dagelijks leven minder goed kunt redden. Kunt u zich minder snel verplaatsen, of is het moeilijker om informatie tot u te nemen? Zorg dan dat u extra waakzaam en voorbereid bent, zodat u bij een noodsituatie precies weet wat u moet doen.
Een goede voorbereiding kan van levensbelang zijn. Zeker wanneer u zichzelf in het dagelijks leven minder goed kunt redden. Kunt u zich minder snel verplaatsen, of is het moeilijker om informatie tot u te nemen? Zorg dan dat u extra waakzaam en voorbereid bent, zodat u bij een noodsituatie precies weet wat u moet doen.
Op de website van [http://www.nietbangmaarvoorbereid.nl|_blank Niet Bang Maar Voorbereid] staat een vragenlijst. Als mensen met een beperking deze vragenlijst invullen krijgen zij een advies welke maatregelen zij, gezien vanuit hun situatie, kunnen nemen om voorbereid te zijn op mogelijke noodsituaties.
Op de website van [http://www.nietbangmaarvoorbereid.nl|_blank Niet Bang Maar Voorbereid] staat een vragenlijst. Als mensen met een beperking deze vragenlijst invullen krijgen zij een advies over welke maatregelen zij, gezien vanuit hun situatie, kunnen nemen om voorbereid te zijn op mogelijke noodsituaties.


'''Noodpakket'''
'''Noodpakket'''


Het kan zijn dat bij een noodsituatie de stroom een tijdlang uitvalt, de verwarming niet meer werkt of geen water uit de kraan komt. Het is handig om u hierop voor te bereiden, want u krijgt niet altijd meteen hulp van hulpdiensten. Het kan dus zijn dat u zichzelf een aantal dagen moet redden. Zorg daarom altijd voor een [[noodpakket]]. Een noodpakket kunt u zelf samenstellen of kant-en-klaar kopen.
Het kan zijn dat bij een noodsituatie de stroom een tijdlang uitvalt, de verwarming niet meer werkt of er geen water uit de kraan komt. Het is handig om u hierop voor te bereiden, want u krijgt niet altijd meteen hulp van hulpdiensten. Het kan dus zijn dat u zichzelf een aantal dagen moet redden. Zorg daarom altijd voor een [[noodpakket]]. Een noodpakket kunt u zelf samenstellen of kant-en-klaar kopen.


'''Buren'''
'''Buren'''


Een netwerk van buren, familie, vrienden, persoonlijke verzorgers en collega’s is bij een noodsituatie heel belangrijk. U kunt uw beperking met hen bespreken en vooraf vragen of ze u willen helpen. Vertel hun welke hulp u van hen verwacht. Maak hier duidelijke afspraken over en neem uw maatregelen met hen door. Ook voor het geval u moet evacueren. Zorg dat een vertrouwd persoon in de buurt een sleutel van uw huis heeft, weet waar u uw noodpakket bewaart en wat uw medicijngebruik is. Vraag uw netwerk of zij u op de hoogte willen stellen en houden als er een noodsituatie is.
Een netwerk van buren, familie, vrienden, persoonlijke verzorgers en collega’s is bij een noodsituatie heel belangrijk. U kunt uw beperking met hen bespreken en vooraf vragen of ze u willen helpen. Vertel welke hulp u van hen verwacht. Maak hier duidelijke afspraken over en neem uw maatregelen met hen door. Ook voor het geval u moet evacueren. Zorg dat een vertrouwd persoon in de buurt een sleutel van uw huis heeft, weet waar u uw noodpakket bewaart en wat uw medicijngebruik is. Vraag uw netwerk of zij u op de hoogte willen stellen en houden als er een noodsituatie is.


==Alarmering==
==Alarmering==

Versie van 8 dec 2010 12:43

Beperkingen

Mensen met een beperking zijn over het algemeen genomen verminderd zelfredzaam in noodsituaties en bij een calamiteit. Veel mensen met een beperking leiden ondanks hun beperkingen een onafhankelijk en zelfstandig leven. Onder hen zijn mensen die niet in staat zijn om passend te reageren en te handelen bij calamiteiten.

Onderzoek in 2006 van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties heeft aangetoond dat ongeveer 20% van de Nederlandse bevolking valt onder de categorie van verminderde zelfredzaamheid en als gevolg van een calamiteit zeer ernstige schade kan oplopen. Het belangrijkste feit is wel dat slechts een zeer klein deel hiervan zich bevindt in reguliere instellingen (ongeveer 1%). Het grootste deel woont ‘gewoon’ in wijken en buurten. In de nabije toekomst zal de groep verminderd zelfredzame burgers ongeveer 25% van de Nederlandse bevolking beslaan. Deze stijging zal het gevolg zijn van:

  • (dubbele) vergrijzing;
  • toenemende zwaarte van beperkingen;
  • het langer zelfstandig wonen van burgers.


Typen beperkingen

De groep mensen met beperkingen is erg divers. Bovendien bestaat dé persoon met beperkingen niet; het gaat om niveaus (in mate van ernst) en ook om combinaties (een zelfde persoon kan meerdere typen beperkingen hebben) die elkaar beïnvloeden. Hieronder volgt een opsomming van diverse soorten beperkingen en hun kenmerken als het gaat om het handelen bij calamiteiten.

Mensen met een verstandelijke beperking, met een beperkte intelligentie of met een beperkt geheugen

  • Zij hebben behoefte aan structuur, overzicht en duidelijkheid;
  • Gevoelens van stress en angst kunnen hen in de war brengen;
  • Zij hebben meer moeite met lezen en het begrijpen van een tekst;
  • Beelden zijn belangrijker dan woorden. Eenvoudige duidelijke tekens bereiken hen het beste. Net als korte, duidelijke teksten.

Mensen met dementie kunnen erg in de war raken in stress-situaties en grote druk op de verzorger (vaak mantelzorger) of begeleider leggen

  • Kunnen signalen van gevaar vaak niet goed interpreteren;
  • Kunnen (ernstig) in de war raken van gevoelens van stress en angst, waardoor zij niet passend kunnen reageren;
  • Iemand met geheugenproblemen zal grotere moeite hebben met het vinden van een oplossing of uitweg bij noodsituaties.

Mensen met een psychische beperking en mensen die chronisch of tijdelijk last hebben van psychiatrische stoornissen

  • Hebben problemen met het interpreteren / begrijpen van signalen;
  • Reageren hierdoor niet passend op signalen.

Mensen met een conditionele beperking en mensen die onvoldoende energie hebben om bij een noodsituatie actie te ondernemen (vb: hart- en vaatziekten, chronische longziekte, obesitas)

  • Hebben een beperkt uithoudingsvermogen en kunnen extra fysieke problemen ondervinden;
  • Hebben problemen bij het handelen;
  • Stress kan (ernstige) fysieke klachten geven.

Mensen met een zintuiglijke beperking. De twee grootste groepen: visuele beperking en auditieve beperking. Anderen beperkingen zijn: spraakbeperking, sensitieve beperking. Opmerking: mensen met een visuele beperking maken vaak gebruik van een blindengeleidehond of hulphond.

  • Visueel en auditief beperkten nemen signalen niet goed waar;
  • Visueel beperkten kunnen moeilijker de vluchtroute bepalen;
  • Doofheid kan gepaard gaan met evenwichtstoornissen waardoor ook problemen met handelen kunnen ontstaan;
  • Door sterk veranderende omgevingsgeluiden kunnen blinden of slechtzienden zich moeilijk oriënteren;
  • Mensen met een visuele beperking verlaten niet graag de vertrouwde omgeving, zeker niet met een onbekende begeleider;
  • Mensen met een spraakbeperking hebben moeite met alarm slaan en om hulp vragen;
  • Ook blindengeleide- of hulphonden kunnen in paniek raken, waardoor blinden en slechtzienden hulpeloos kunnen raken.

Mensen met een lichamelijke beperking. Twee groepen: beperkingen in bovenlichaam en beperkingen in onderlichaam.

  • Beperkingen bovenlichaam: onvoldoende motoriek of kracht om vlucht mogelijk te maken;
  • Beperkingen in onderlichaam: hulp-middelen nodig om te kunnen vluchten en moeite met voortbewegen.

Mensen met een sterk afwijkende lichaamslengte. Extreem lange mensen en extreem kleine mensen.

  • Kunnen vluchtproblemen hebben;
  • Extreem lange mensen kunnen zich stoten;
  • Opvang voor extreem lange mensen kan problemen opleveren;
  • Extreem kleine mensen hebben moeite om het overzicht te verkrijgen en kunnen last van hun conditie hebben.

Ouderen (65+) die vanwege hun leeftijd meerdere (kleine) beperkingen hebben als gevolg van de achteruitgang van fysieke, cognitieve en emotionele vaardigheden

  • Signaleren een noodsituatie vaak later;
  • Hebben meer tijd nodig om te handelen.

Kinderen (14 -) waarbij het gezichtsvermogen, oriëntatievermogen, coördinatievermogen, beoordelingsvermogen en reactievermogen nog in ontwikkeling is

  • Zijn afhankelijk van sociaal gedrag van anderen;
  • Zien niet direct gevaar en overzien geen consequenties;
  • Hebben begeleiding nodig tijdens een noodsituatie.

Mensen met een tijdelijke beperking. Bijvoorbeeld door revalidatie na ziekenhuisopname (ongeluk of operatie), kneuzingen, botbreuken enz.

  • Hebben mobiliteitsproblemen;
  • Zijn niet gewend aan beperking;
  • Hebben geen voorzieningen in huis die bij een noodsituatie ondersteunend kunnen zijn.

Ongeletterden, Laaggeletterden en niet-Nederlandssprekenden

  • Mensen met algemene leer- en gedragsproblemen, zoals concentratiestoornissen en een tekort aan discipline, of met specifieke lees- en schrijfproblemen, zoals taalzwakte of dyslexie;
  • Mensen die de Nederlandse taal helemaal niet spreken of verstaan;
  • Mensen met een taalachterstand omdat thuis alleen een buitenlandse taal wordt gesproken;
  • Mensen die opgroeien in een “taalarme” omgeving zonder boeken, kranten en tijdschriften en die niet gestimuleerd worden om te lezen en te schrijven;
  • Mensen met groot schoolverzuim en weinig opleiding (bijvoorbeeld vanwege ziekte, lichamelijke handicap, spijbelen, voortijdig schoolverlaten of een reizend bestaan);
  • Mensen die op school te weinig aandacht en begeleiding kregen;
  • Mensen bij wie de vaardigheden zijn weggezakt;
  • Mensen voor wie bestaande informatie over veiligheid bij noodsituaties en/of noodsituaties te moeilijk of niet leesbaar/begrijpbaar is.

Beperkingen en calamiteiten

Om een beeld te krijgen van de problemen die mensen met een beperking ondervinden bij een noodsituatie of calamiteit, is het zinvol eerst stil te staan bij de manier waarop mensen in het algemeen hierop reageren. Natuurlijk reageren mensen verschillend op zulke situaties, maar in principe doorloopt iedereen grofweg de volgende stappen:

  • stap 1: we nemen een signaal waar (stank, rook, geluid, beeld van het incident).
  • stap 2: we interpreteren het signaal (er is iets).
  • stap 3: we handelen (we slaan alarm, gaan de calamiteit bestrijden, we vluchten of gaan anderen redden).

Tijdens een noodsituatie of calamiteit doorlopen we deze stappen voortdurend en nemen we steeds weer nieuwe beslissingen over hoe te handelen.

Mensen met een beperking ondervinden problemen bij een of meer van deze stappen. Zo kan iemand die doof of blind is, signalen niet (goed) waarnemen en hebben mensen met een psychische beperking of een verstandelijke beperking er moeite mee om de signalen te interpreteren. Mensen met een lichamelijke beperking worden vooral belemmerd in hun handelen; zij kunnen bijvoorbeeld geen alarm slaan of niet vluchten of anderen helpen. Doordat mensen met een beperking problemen hebben met één of meer van deze stappen, lopen zij een verhoogd risico bij een calamiteit. De factor tijd speelt hierbij een belangrijke rol. Afhankelijk van de beperking, kost het de persoon meer tijd om signalen te herkennen, om deze te interpreteren en/of om te handelen. Hierdoor brengt zelfs een relatief kleine calamiteit voor iemand met een beperking een verhoogd risico met zich mee.

Voorbereiding

Een goede voorbereiding kan van levensbelang zijn. Zeker wanneer u zichzelf in het dagelijks leven minder goed kunt redden. Kunt u zich minder snel verplaatsen, of is het moeilijker om informatie tot u te nemen? Zorg dan dat u extra waakzaam en voorbereid bent, zodat u bij een noodsituatie precies weet wat u moet doen. Op de website van Niet Bang Maar Voorbereid staat een vragenlijst. Als mensen met een beperking deze vragenlijst invullen krijgen zij een advies over welke maatregelen zij, gezien vanuit hun situatie, kunnen nemen om voorbereid te zijn op mogelijke noodsituaties.

Noodpakket

Het kan zijn dat bij een noodsituatie de stroom een tijdlang uitvalt, de verwarming niet meer werkt of er geen water uit de kraan komt. Het is handig om u hierop voor te bereiden, want u krijgt niet altijd meteen hulp van hulpdiensten. Het kan dus zijn dat u zichzelf een aantal dagen moet redden. Zorg daarom altijd voor een noodpakket. Een noodpakket kunt u zelf samenstellen of kant-en-klaar kopen.

Buren

Een netwerk van buren, familie, vrienden, persoonlijke verzorgers en collega’s is bij een noodsituatie heel belangrijk. U kunt uw beperking met hen bespreken en vooraf vragen of ze u willen helpen. Vertel welke hulp u van hen verwacht. Maak hier duidelijke afspraken over en neem uw maatregelen met hen door. Ook voor het geval u moet evacueren. Zorg dat een vertrouwd persoon in de buurt een sleutel van uw huis heeft, weet waar u uw noodpakket bewaart en wat uw medicijngebruik is. Vraag uw netwerk of zij u op de hoogte willen stellen en houden als er een noodsituatie is.

Alarmering

Zo wordt u gewaarschuwd

Als er een noodsituatie is, wordt u meestal gewaarschuwd door de sirene. Ga dan naar binnen, sluit deuren en ramen, en luister naar de rampenzender. Soms waarschuwt de overheid u op een andere manier, bijvoorbeeld via geluidswagens. Doe dan precies wat er van u gevraagd wordt. Kunt u de waarschuwing niet horen? Spreek dan tevoren af of uw buren u op de hoogte brengen en houden van wat er aan de hand is. Vraag op straat omstanders om meer informatie en indien nodig of ze u willen helpen.

Zo wordt u verder geïnformeerd

Als dat nodig is, kan de rijksoverheid bij een nationale ramp zendtijd van de publieke omroepen eisen. Bij een noodsituatie kan de overheid er ook voor kiezen meer informatie te geven via de rampenzender. Is er een noodsituatie bij u in de buurt, dan is dit de regionale omroep. Vraag aan uw gemeente op welke frequentie u uw radio moet afstemmen, of kijk op www.roosrtv.nl. Houd onder meer ook teletekst, e-mail, mobiele telefoon of lichtkrant in de gaten.

Op internet informeert de overheid u via de website www.crisis.nl. Is er iets gebeurd bij u in de omgeving en wordt dit niet gemeld op crisis.nl? Kijk dan op de website van uw gemeente. Soms opent de gemeente een apart informatienummer bij een noodsituatie. Informeer bij uw gemeente welke middelen worden gebruikt om u te informeren.

In uw gemeente

Het kan zijn dat uw gemeente nog andere manieren heeft om u te waarschuwen of op de hoogte te houden bij een noodsituatie. Bijvoorbeeld via een sms op uw mobiele telefoon.

Zo kunt U waarschuwen

Zorg er voor dat u altijd uw mobiele telefoon bij zich heeft. Of neem een "scheidsrechtersfluitje" mee zodat u in geval van nood anderen met dit fluitje kunt waarschuwen.

Evacuatie

Het kan zijn dat u bij een noodsituatie onverwacht uw huis moet verlaten. U kunt vooraf aangeven hoe. Bespreek dit met degenen die u willen helpen als er iets gebeurt. Geef korte en duidelijke instructies over de hulp die u nodig heeft en tref vooraf maatregelen. U kunt uw evacuatieplan ook op papier zetten. Wilt u bijvoorbeeld met de rolstoel de trap af of heeft u uw medicijnen liever zelf bij u? In uw plan noteert u al uw persoonlijke wensen. Bespreek deze wensen en oefen uw evacuatieplan eens per jaar met degenen binnen uw netwerk die u dan zullen helpen.

Doe bij evacuatie het volgende:

  • Luister naar de adviezen van de lokale hulpverleners en autoriteiten;
  • Informeer hen over uw beperking;
  • Neem contact op met de persoon waar u kunt verblijven;
  • Neem alleen hoognodige zaken mee (contant geld, uw medicijnen, zorgverzekeringspas, identiteitsbewijzen en kopieën van verzekeringspapieren);
  • Sluit gas, water en licht af;
  • Sluit bij vertrek deuren, ramen en ventilatiesystemen in uw woning goed af.

Heeft u meer tijd om u voor te bereiden op een evacuatie en verwacht u langer dan een paar uur weg te blijven, doe dan het volgende:

  • Draag stevige schoenen en dichte kleding;
  • Neem toiletspullen, dekens en extra kleding mee;
  • Heeft u een geleidehond? Neem voldoende voedsel en water mee voor uw hond.

Gaat u met de auto? Bereid u dan voor op eventuele files. U kunt langere tijd stil komen te staan op de wegen. Neem de volgende dingen mee:

  • Uw noodpakket;
  • Toiletspullen, dekens en extra kleding;
  • Eten en drinken voor uw huisdier(en);
  • Campingkookstel met extra brandstof (gas, benzine), een pannensetje en eetgerei;
  • Touw en een plastic bouwzeil om een schuilplaats te kunnen maken;
  • Een zaklantaarn met (extra) batterijen;
  • Volle tank of extra brandstof voor uw auto.