Persoonlijk VeiligheidsPlan

Uit WIKIvarium
Naar navigatie springenNaar zoeken springen

Het Persoonlijk VeiligheidsPlan (PVP)

Elke dag gebeuren er overal kleine en grote ongelukken. Niet alleen thuis, maar ook op straat en op het werk. De vlam slaat in de pan en er breekt brand uit. Of de stroom valt uit in de hele wijk. Of er is een overstroming en men moet het pand verlaten. Zo'n situatie kan voor iedereen grote gevolgen hebben; voor mensen die minder zelfredzaam zijn vanwege een beperking kan dit extra problemen met zich mee brengen. Dan kan een klein incident een grote ramp worden. Daarom is het goed zich bewust te zijn van de risico’s die men loopt en zich te beraden op welke wijze de zelfredzaamheid kan worden vergroot. Zeker nu anno 2010 de wet op de Veiligheidsregio’s de opkomsttijden van de hulpdiensten heeft versoepeld. Het kan simpelweg langer duren eer de brandweer is gearriveerd.

Een Persoonlijk Veiligheids Plan (PVP) kan daarbij behulpzaam zijn.

Het PVP in deze context heeft tot doel om verminderd zelfredzame burgers in staat te stellen om:

  • zichzelf en hun directe omgeving beter voor te bereiden op noodsituaties en het voorkomen daarvan (pro-actie, preventie en preparatie)
  • zelfredzamer te zijn, ofwel zichzelf tijdens noodsituaties in veiligheid te brengen (repressie)
  • de overlevingskansen na noodsituaties te vergroten (nazorg).

Niet bang maar voorbereid

Wat kunnen mensen met een beperking als voorbereiding doen aan de vergroting van hun zelfredzaamheid? Wat moeten familie, buren, mantelzorgers, begeleiders en hulpverleners weten als zij worden geconfronteerd met mensen met een beperking tijdens een noodsituatie?

Wat geldt voor iedereen geldt vanzelfsprekend ook voor mensen met een beperking.

Op de website van Niet Bang Maar Voorbereid staat een vragenlijst. Als mensen met een beperking deze vragenlijst invullen worden zij zich bewust van hun risico’s en krijgen zij een advies welke maatregelen zij, gezien vanuit hun situatie, kunnen nemen om voorbereid te zijn op mogelijke noodsituaties. Daarnaast kunnen zij zich altijd wenden tot de lokale hulpverlenende instanties (brandweer, politie en GHOR) voor specifieke tips en aanbevelingen om hun zelfredzaamheid te bevorderen. Samengebracht is dit de basis voor hun PVP.


In Nederland zijn en worden op diverse niveaus inmiddels activiteiten ontplooid die tot doel hebben op de een of andere manier de zelfredzaamheid van burgers te vergroten of om de persoonlijke voorbereiding op een noodsituatie te stimuleren. Een goed voorbeeld is de website jehebtmeerinhuisdanjedenkt van de Hulpverleningsdienst Groningen.

Nood- en Medische Informatielijst

Het meest noodzakelijke deel van een PVP en ook de belangrijkste voorbereiding die mensen met een beperking kunnen treffen om hun zelfredzaamheid te verhogen is een juiste identificatie en het geven van de juiste informatie over hun beperking. Dit kan via een een Nood Informatie Lijst (NIL) op te nemen in het PVP. Deze NIL zouden zij altijd bij zich moeten dragen en/of vooraf aan familie, bekenden of hulpverleners moeten geven. De NIL kan worden aangevuld met een Medische Informatie Lijst (MIL). De MIL bevat informatie over de medische gegevens van mensen met een beperking. Deze persoonlijke informatie (NIL en MIL) bestaat dan uit de onderstaande gegevens;

  • Voornamen:
  • Tussenvoegsel:
  • Achternaam:
  • Straat:
  • Huisnummer:
  • Toevoeging:
  • Postcode:
  • Plaats:
  • E-mailadres:
  • Telefoonnummer vast:
  • Telefoonnummer mobiel:


  • Wie moet er als eerste(n) gewaarschuwd moeten worden (familie, kennissen)?


  • Chronische medicatie: medicatie die voor een periode van meer dan zes maanden wordt genomen. Met daarbij informatie van het merk, de werkzame stof, de toedieningsvorm en de dosering p.d./p.w/p.m.
  • Allergieën en/of intoleranties. Vermeld alle aan u bekende allergieën of intoleranties (bijv. welke medicijnen hebben een risicovol effect?)
  • Vaccinatiestatus: Vermelding van belang zijnde vaccinaties
  • Persoonlijke voorgeschiedenis, alle (chronische) aandoeningen of mentale of fysieke beperkingen die van belang zijn voor de verdere hulpverlening (zoals bepaalde ingrepen en aandoeningen die kunnen recidiveren)
  • Familiale voorgeschiedenis, alle aandoeningen bij familieleden die mogelijk van belangrijk zijn voor de verdere hulpverlening. Bedoeld worden hier de erfelijke ziekten en aandoeningen van familieleden.
  • Risicofactoren: zoals rookgedrag, ethylverbruik en sociaal risicogedrag.
  • Overige gegevens die van belang kunnen zijn voor behandelende artsen/specialisten


Tips en adviezen

  • Vraag de gemeente of zij een bestand bijhouden waarin de NIL en MIL kunnen worden opgeslagen zodat bij hun en hulpverleners bekend is dat extra hulp nodig is bij een noodsituatie
  • Vraag de gemeente of zij u bij een noodsituatie persoonlijk kunnen waarschuwen (bijv. sms-alert)
  • Zorg dat er een noodvoorraad voedsel, drinken en medicijnen in huis is
  • Draag altijd uw persoonlijke gegevens (NIL en MIL) en uw medicijnen paspoort bij u.
  • Bent u afhankelijk van nierdialyseapparatuur en zuurstoftoediening, weet dan wat u in geval van een noodsituatie kan doen
  • Zorg voor uw geleide- of zorghond
  • Kijk altijd waar de nooduitgangen zijn als u een vreemd gebouw of complex ingaat
  • Bedenk waar en bij wie u terecht kunt bij een eventuele evacuatie
  • Vraag deze personen ook óf u daar terecht kunt
  • Vraag aan hulpverlenende instanties (brandweer, politie, GHOR) specifieke tips en aanbevelingen die uw zelfredzaamheid kunnen vergroten
  • Als u in de gelegenheid bent geef u dan op om mee te oefenen met hulpverleners.


Mensen met een licht verstandelijke beperking

  • Informeer bekenden over uw beperking en hoe zij u kunnen helpen in geval van nood.
  • Oefen hoe u het huis snel kan verlaten.
  • Vraag aan hulpverlenende instanties (brandweer, politie, GHOR) specifieke tips en aanbevelingen die uw zelfredzaamheid kunnen vergroten.
  • Ga, als u uw huis niet kan verlaten, voor een raam aan de straatkant staan zodat hulpverleners en buren u kunnen zien
  • Volg de instructies van hulpverleners op
  • Neem altijd uw mobiele telefoon mee als u het huis verlaat

Mensen met een zintuiglijke beperking (blind)

  • Vraag omstanders om informatie en/of hulp
  • Neem altijd uw mobiele telefoon en geleidestok mee
  • Loop in geval van een noodsituatie met de stroom mee en vraag iemand bij wie u kunt “inhaken”
  • Denk aan voedsel en drinken voor uw geleidehond
  • Vraag aan hulpverlenende instanties (brandweer, politie, GHOR) specifieke tips en aanbevelingen die uw zelfredzaamheid kunnen vergroten.

Mensen met een zintuiglijke beperking (doof)

  • Zorg voor een voorraadje batterijen voor uw hoortoestel
  • Informeer bekenden over hoe zij u kunnen helpen bij noodsituaties
  • Hou visueel ingestelde media zoals krantenberichten, e-mail, sms, lichtkranten, televisie, internet in de gaten
  • Maak uw beperking bij een noodsituatie snel kenbaar
  • Ga met de stroom mensen mee
  • Vraag aan hulpverlenende instanties (brandweer, politie, GHOR) specifieke tips en aanbevelingen die uw zelfredzaamheid kunnen vergroten.

Mensen met een lichamelijke beperking

  • Zorg dat u op diverse plekken uw huis kunt verlaten
  • Zorg dat u uw huis kunt verlaten ook als de stroom uitvalt
  • Leg bekenden en buren uit hoe uw (elektrische) rolstoel werkt
  • Zorg voor een opgeladen accu voor uw elektrische rolstoel of scootmobiel
  • Neem altijd uw mobiele telefoon mee als u het huis verlaat
  • Zorg dat u niet afhankelijk bent van een lift
  • Kijk waar rolstoeltoegankelijke (nood)uitgangen zijn
  • Let er altijd op dat u een zaal, stadion, café of ander openbare gelegenheid makkelijk kunt verlaten
  • Vraag aan hulpverlenende instanties (brandweer, politie, GHOR) specifieke tips en aanbevelingen die uw zelfredzaamheid kunnen vergroten.

Mensen met een chronische aandoening en/of senioren

  • Zorg voor voldoende medicijnen
  • Ga nooit zonder uw belangrijkste medicijnen de deur uit
  • Neem altijd uw mobiele telefoon mee als u het huis verlaat
  • Draag altijd uw medicijnpaspoort bij u
  • Maak afspraken met bekenden en/of buren over het verlenen van hulp bij een noodsituatie
  • Vraag aan hulpverlenende instanties (brandweer, politie, GHOR) specifieke tips en aanbevelingen die uw zelfredzaamheid kunnen vergroten.

Kinderen – 14 jaar

  • Iedere ouder zal zijn of haar kind leren wat gevaarlijk is. Ook op scholen wordt in toenemende mate aandacht besteed aan noodsituaties. Het zou echter gestructureerder moeten en kunnen om kinderen zo goed mogelijk voor te bereiden op calamiteiten. Op de amerikaanse website Think Prepare Act staan een aantal sprekende voorbeelden van lespakketten die, mits vertaald, ook in Nederland toegepast kunnen worden.

De rol van de Taakgroep Handicap en Lokale Samenleving (THLS), belangenorganisaties, hulpverleners en gemeenten/Wmo

Al vaker is gesteld dat verminderd zelfredzame mensen gestimuleerd moeten worden om zoveel mogelijk voorbereidende maatregelen te nemen om zich bij een noodsituatie zichzelf zo veel en zo lang als mogelijk te kunnen redden. Belangenorganisaties voor mensen met een beperking, hulpverleningsdiensten zoals politie, brandweer en GHOR, gemeenten en THLS hebben ieder op hun niveau (strategisch, tactisch en operationeel) hierbij een stimulerende en begeleidende taak. Zij kunnen verminderd zelfredzame mensen bewegen en helpen om hun Persoonlijk Veiligheids Plan samen te stellen. De THLS vanuit hun opdracht van de ministeries van BZK en VWS op strategisch niveau. De Gemeenten vanuit hun zorgplicht en in het kader van de Wmo op tactisch niveau. De hulpdiensten (politie, brandweer, GHOR) hebben op operationeel niveau een voorlichtende rol. Mantelzorgers, familie en organisaties van belangenbehartigers kunnen op operationeel niveau verminderd zelfredzame mensen helpen bij het samenstellen van hun PVP.

De Taakgroep Handicap en Lokale Samenleving heeft inmiddels een belangrijk en omvangrijk politiek en sociaal/maatschappelijk netwerk opgebouwd. Via dat netwerk en vanuit haar taak die zij bij haar instelling van de minister van Binnenlandse Zaken heeft meegekregen is zij bij uitstek geschikt om voortdurend publieke en private organisaties en hulpdiensten te stimuleren en te activeren om hun taken en verantwoordelijkheden ten opzichte van verminderd zelfredzame mensen naar behoren in te vullen. Zij doet dit met de haar ten dienste staande hulpmiddelen. Via haar website, door bijeenkomsten te beleggen, en manifestaties te bezoeken. Zij kan aandacht vragen in politieke en maatschappelijke gremia voor het verbeteren van de zelfredzaamheid van mensen met een beperking. Zij kan derde partijen, zoals commerciële organisaties voorzien van informatie om producten te ontwikkelen die de zelfredzaamheid van mensen met een beperking kunnen verhogen. Zij kan opleidingsinstituten ondersteunen bij het maken en uitzetten van lespakketten. Zij kan gemeenten en organisaties van belangenbehartigers voorzien van instructiemateriaal voor het samenstellen van een PVP.

Eén van de belangrijke spelers als het gaat om de introductie en het stimuleren en helpen van mensen met een beperking met het samenstellen van een PVP is de gemeente. Zij beschikt daartoe over een instrument: de Wmo.

De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) zorgt ervoor dat iedereen zo lang mogelijk zelfstandig kan blijven wonen en persoonlijk en sociaal redzaam is en blijft. De Wmo is er voor mensen met een beperking, bijvoorbeeld door ouderdom, chronische ziekte, handicap of psychische problemen. Gemeenten zijn verplicht hun inwoners te compenseren voor deze beperkingen. Iedere gemeente doet dat op haar eigen manier.

Verminderd zelfredzame mensen maken in de regel gebruik van de voorzieningen die hen worden geboden in het kader van de Wmo. Zij zijn dus regelmatig “te gast” op het stads- of gemeentekantoor. Hierdoor is een gemeente bij uitstek de plaats waar mensen met een beperking kunnen worden gestimuleerd, voorgelicht en eventueel geholpen om een PVP samen te stellen. De rol van de gemeente wordt op een aantal manieren ingevuld:

  • Als mensen met een beperking een bezoek brengen aan de gemeente in het kader van de Wmo kan de gemeente hen wijzen op het feit dat, en hoe, ze een PVP kunnen samenstellen. Ambtenaren zouden daartoe een korte opleiding kunnen volgen om deze ondersteuningsfunctie op het juiste tijdstip en de juiste manier te kunnen uitvoeren.
  • Gemeenten kunnen ook voorlichting geven op welke manier mensen met een beperking, na het samenstellen van hun PVP, door hulporganisaties zoals brandweer en politie kunnen worden geholpen over het vergroten van hun veiligheid en zelfredzaamheid. Kosten die daaruit voortvloeien kunnen vanuit de Wmo worden vergoed. Gemeenten leggen daartoe het contact met de hulpdiensten.
  • Door het meervoudig bezoek aan het Wmo-loket van de gemeente kunnen ambtenaren in samenspraak met de betrokken burger het PVP onderhouden en de PVP’s van hun inwoners te beheren. Deze beheertaak brengt met zich mee dat het PVP ook door de gemeente wordt opgeslagen in een gemeentelijke database.
  • Op verzoek van de hulpdiensten, en enkel na uitdrukkelijke toestemming (vooraf) van de betrokken burger, kan de gemeente de informatie in noodsituaties ter beschikking stellen van de hulpdiensten. Zij kunnen dan gerichter hulp verlenen aan mensen met een beperking (denk daarbij aan evacuaties, ontruimingen, opvang en verzorging e.d.).
  • Gemeenten kunnen het instructiemateriaal voor het samenstellen van een PVP, dat voorhanden is, onder de aandacht brengen van hun inwoners. Hierdoor worden mantelzorgers, familie en anderen in staat gesteld om mensen met een beperking ter helpen bij het samenstellen van een PVP.

Belangenorganisaties informeren primair hun leden over de nut en noodzaak van het hebben van een PVP. Zij stimuleren hun leden tot het samenstellen van een PVP en kunnen mits daartoe goed opgeleid (zie ook opleiding voor gemeenteambtenaren) ook hun leden helpen met het maken van een PVP. Belangrijk is echter ook dat zij vanuit hun rol in de Wmo-raad afspraken maken met de gemeente over de rol van de gemeenten zoals hierboven beschreven en de werkzaamheden die zij beiden hebben bij het controleren en beheren van de PVP’s. Belangenorganisaties kunnen ook het instructiemateriaal voor het samenstellen van een PVP onder hun leden verspreiden.

Mensen moeten en willen, zoveel mogelijk persoonlijk en sociaal redzaam blijven. Ook als het hun persoonlijke en sociale veiligheid betreft. Uitgaande van die gedachte en dat het gedrag van mensen bepalend is voor hun eigen veiligheid is het verhogen van het veiligheidsbewustzijn van verminderd zelfredzame burgers noodzakelijk. Alleen dan kan bijvoorbeeld de brandveiligheid verbeterd worden. Belangenorganisaties, THLS en gemeenten geven die voorlichting en stimuleren mensen om dit bewustzijn te verhogen. De brandweer en politie kunnen hierbij een prominente rol gaan vervullen. Vanuit hun preventietaak hebben diverse brandweercorpsen al het initiatief genomen om verminderd zelfredzame mensen voor te lichten over manieren om in hun eigen omgeving de brandveiligheid te verhogen en om hen te wijzen op welke manier zij het best zichzelf kunnen redden bij een brand. De gemeente de Bilt vergoedt in het kader van de Wmo de daarbij horende kosten. Landelijk zijn er de laatste jaren veel initiatieven ontstaan onder verschillende noemers als Meer Rood op Straat, Community Safety en Veilig Wonen. Deze initiatieven zijn zeer divers van invulling, maar streven allen het bovengenoemde doel na. Om meer zicht te krijgen op de mogelijkheden en wenselijkheid van (Brand)Veilig Leven in Nederland heeft de NVBR, met subsidie van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het project “Veilig Leven, een verkenning naar community safety in Nederland” gestart. Ook de politie heeft met het “Politie Keurmerk Veilig Wonen” reeds invulling gegeven aan hun preventietaak.

Niet iedereen is in staat om zelf een PVP samen te stellen. Sommige mensen moeten daarbij worden geholpen. Mantelzorgers, familie, buren etc. kunnen in een thuissituatie mensen helpen bij het samenstellen van een PVP. Ook actieve WMO-raden kunnen hierbij een belangrijk stimulerende rol spelen. Met het juiste instructiemateriaal, dat wordt verkregen via de Taakgroep Handicap en Lokale Samenleving, de gemeenten en organisaties van belangenbehartigers, kunnen WMO-raadsleden, mantelzorgers, etc. mensen met een beperking, die niet in staat zijn om zelf een PVP samen te stellen, helpen. Bijkomend voordeel is dat zij in noodsituaties beter in staat zijn gerichter te helpen.

Epiloog

Een Persoonlijk Veiligheids Plan alléén is niet genoeg. Gecombineerd met een samenwerking op strategisch, tactisch en operationeel niveau van overheid, hulpdiensten en maatschappelijke organisaties voor het verhogen van de risicoperceptie en voordurende, heldere risicocommunicatie zijn cruciaal om mensen en met name van mensen met een beperking zelfredzamer te maken.